Schrijver en docent creatief schrijven
 
Mooie lach

Mooie lach

Martha heeft een foto in haar hand van toen ze jong was. “Zo wil ze het”, zegt haar begeleidster.
“Ben jij dat op de foto, Martha”, roept de kapster, “wat een mooie lach heb je daar!”
De begeleidster zet de rolstoel met Martha voor de spiegel. “Hoe laat kan ik haar weer halen?”
“Over een half uurtje”, antwoordt de kapster met haar gewone stem. Dan luid tegen Martha: “Eerst maar even de bril afdoen, hè!” Ze legt Martha’s bril op het tafeltje voor de spiegel en maakt haar haren nat met een plantenspuit. Dan begint ze te knippen. Martha zit onbeweeglijk in de stoel en ondergaat de behandeling als een struik die gesnoeid wordt. Op de witte tegelvloer vormt zich langzaam een tapijt van donkergrijze plukken haar.
“Nou, er is heel wat af gekomen, hè!” De kapster knoopt de mantel los en schudt hem uit. Martha kijkt stoïcijns in de spiegel. “Bril”, zegt ze met een stem die ergens vanuit haar onderbuik lijkt te komen.
Voorzichtig zet de kapster de bril op haar neus. Ze pakt een ronde spiegel en houdt die schuin achter haar hoofd, eerst links, dan rechts.
“Vind je het mooi geworden?”  
Martha knikt langzaam.
“Mooi hoor!” roept de begeleidster die net binnen komt wandelen. Ze loopt direct door naar de kassa om af te rekenen. Martha zit roerloos voor de spiegel. Ze heeft nog steeds de foto vast van haarzelf als jonge vrouw, vrolijk lachend naar de camera.